Startpagina / Samenvattingen / De kern van het ondernemingsrecht / vennoten-commissaris-artikel

Concernrecht - Concernvorming

3 belangrijke vragen over Concernrecht - Concernvorming

Welke stelling is onjuist? Ingevolge het conceptwetsvoorstel Wet Modernisering personenvennootschappen (2019) wordt een maatschap

A

ontbonden, indien na haar faillietverklaring de staat van insolventie intreedt.

B

ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de vennoten.

C

ontbonden door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie, indien de vennootschap - ook na een geboden gelegenheid tot herstel - niet voldoet aan de wettelijke omschrijving.

D

ontbonden indien twee of meer vennoten uittreden.

ontbonden indien twee of meer vennoten uittreden.Toelichting:Zie de voorgestelde art. 814 en 815. Antwoord d is onjuist, omdat het te kort door de bocht is. In principe is niet het aantal uittredende vennoten hier van doorslaggevend belang, maar het aantal overblijvende vennoten, vgl. art. 814, lid 1, onder b.

B) kan de curator vragen om volstorting bij faillesement

b. Ja, de wetgever heeft de curator uitdrukkelijk deze bevoegdheid gegeven in artikel 2:84 BW, onverschillig hetgeen bij de statuten (in casu: algemene vergadering is bevoegd volstorting uit te schrijven en te innen) daaromtrent is bepaald. Zie handboek, paragraaf 3.1.

Wie beslist er over een nieuwe commissaris

d. Door de algemene vergadering, zie artikel 2:252, lid 1 BW. Een BV kan evenwel geen commissaris zijn, dus Mandolin BV kan niet tot commissaris worden benoemd, zie artikel 2:250, lid 1 BW. Zie handboek, paragraaf