- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden

Een onderdeeltje van de samenvatting - Een praktijkgerichte benadering van organisatie & management.
-
1 Denken over organisatie en management
-
1.1 Introductie
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen descriptief en prescriptief?desctriptief = beschrijvend
prescriptief = adviserend -
Wat is de definitie van 'interdisciplinariteit'?De vele elementen die de organisatie bevat die afkomstig zijn uit andere wetenschappen, waarbij de oude disciplines niet meer te herkennen zijn.
-
Waarom wordt organisatiekunde in het begin gegeven?Maakt daarmee direct een start met het kijken vanuit sociaal-bedrijfskundige invalshoek. Dus hoe steekt een organisatie in elkaar en hoe kun je een organisatie goed inrichten en managen.
-
Waaruit blijkt dat organisatiekunde een jonge wetenschap is?Je kunt dit zien aan het feit dat er nog geen sprake is van een vast stelsel van kennis en theorievorming, maar eerder van een verzameling benaderingen. Zij vormen nog geen samenhangend geheel.
-
Is een organisatiedeskundige een generalist of specialist?Generalist; weet van diverse disciplines een beetje.
-
1.2 Ontstaan va het vakgebied
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is organisatiekunde, zoals we die nu kennen, in Nederland ontstaan?1960-1970
-
Welke achterliggende redenen waren er voor het introduceren van organisatiekunde als interdisciplinaire wetenschap?
- complexer en groter wordende bedrijven
- technische ontwikkelingen
- algemene ontwikkelingen
-
Wat was achterliggende gedachte voor introductie van interdisciplinariteit in 1960-1970?Achterliggende gedachte was het complexer en groter worden van de organisaties, mn. organisaties die zich sterk ontwikkelen op het gebied van techniek en algemene economische ontwikkelingen.
-
1.4 Denkrichting en persoonlijkheden
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de belangrijkste persoonlijkheden en denkrichtingen uit de geschiedenis van de organisatiekunde.400 v Chr. : Plato en Socrates
1500: Machiavelli -> macht en opportunisme
1776: Adam Smith -> arbeidsverdeling en productiviteit
1900: Taylor -> Scientific Mgt -> organisatie van productie en efficiency
1900: Fayol -> General Mgt theory
1940: Weber -> Bureaucratie en ideaaltype organisatie
1945: Mayo -> Human Relations -> informele organisatie en subjectiviteit
1955: Boulding -> systeembenadering
1960: Bennis, Likert, Maslow, Herzberg, McGregor -> Revisionisme-> afstemming tussen mens en organisatie
1965: Lawrence & Lorsch -> Contingentiebenadering -> toepassing mgttechniek afhankelijk van de situatie
1979: Mintzberg: organisatiestructuren en -ontwerp
1980: Porter: concurrentiestrategieën
1982: Peters: peterprincipe -> mgtprincipes voor goede bedrijfsvoering
1985: Crosby: kwaliteitszorg
1990: Hammer -> herstructureren bedrijfsprocessen -
1.6 Frederick taylor en het scientific Management
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Geef een omschrijving van het 'Scientific Management'.Frederick Taylor zag mensen als onderdeel van de machine die de organisatie heette. Hij geloofde in arbeidsdeling, het opsplitsen van taken in deeltaken, zodat iedereen één ding deed. Studie van de organisatie was vereist om te kijken waar men tijdswinst kon behalen.
De leider moest een goede band hebben met zijn ondergeschikten, men moest de juiste man op de juiste plaats hebben en men werkte met prestatiebeloning. Hij deelde het werk in een organisatie in 8 onderdelen in; dit noemen we het achtbazenstelsel.
+- 1900
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De volgende onderwerpen worden behandeld in bovenstaande samenvatting
-
toegepast, productiviteit, taylors
-
elektronisch, integratie, organisaties
-
economisch, inkomen, groei
-
maatschappelijk, duurzaam, doelen
-
strategisch, management, jr
-
onderzoek, marktaandeel, relatief
-
concurrenten, extern, omgeving
-
strategie, concurrentievoordeel, concurrentiebereik
-
strategisch, management, proces
-
netwerk, netwerken, flexibel
-
fusie, gebied, afgestemd
-
kenmerken, moeite, persoonlijk
-
voorkeur, keuze, gemaakt
-
aanpak, individueel, persoon
-
burn-out, hoge, regelruimte
-
ideeën, idee, informatie
-
groep, organisatie, medewerkers
-
machtsrelatie, gelijk, vermeden
-
weinig, leiderschap, medewerkers
-
informatie, manager, organisatie
-
doelstellingen, problemen, organisatie
-
criteria, alternatieven, probleem
-
rationeel, beperkt, informatie
-
ondernemingsraad, onderneming, terreinen
-
besluit, beslissing, besluitvorming
-
stijl, kenmerken, omgaan
-
balanced, scorecard, strategie
-
beslissingsmatrix, alternatieven, toegekendde
-
systeem, kennis, expert
-
kwaliteit, klanten, organisaties
-
functioneringsgesprek, medewerker, beoordelingsgesprek
-
maatschappelijk, verantwoordelijkheid, onderneming
-
management, doelstellingen, resultaten
-
organisatie, schades, frequentie
-
project, situaties, deelnemers
-
intern, horizontaal, indeling
-
strategisch, planning, financieel
-
voordelen, organisatie, nadelen
-
communicatie, voordeel, feedback
-
organisaties, organisatie, complexiteit
-
cultuur, normen, medewerkers
-
organisatie, functioneel, structuur
-
verandering, medewerkers, managementstijl
-
reorganisatie, herplaatsing, beëindiging
-
opdrachtgever, rol, deskundigheid