Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen - Hoe raakt iemand verslaafd?
14 belangrijke vragen over Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen - Hoe raakt iemand verslaafd?
Welke factoren spelen een invloed bij verslaving en in welke mate?
Hoeveel procent van de cliënten met een psychische stoornis heeft volgens de GGZ ook een verslaving
Een deel van de genetische verslaving verloopt via persoonlijkheid. Via welke 2 routes verloopt dit?
2. Internaliserende route: negatief affect, angst en depressie.
Internaliserende route start vaak op oudere leeftijd, routes zijn te onderscheiden in aanloop naar de verslaving.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat bepalen omgevingsfactoren in verslaving?
De genetische factoren voorspellen hoeveel iemand gebruikt en of hij probleem verslavingsgedrag vertoont
Hoe is het verloop van de twee routes
- Externaliserende route begint vaak in de adolescentie, vooral in interactie met vrienden
- internaliserende route begint op latere leeftijd
Welke 2 soorten processen spelen een rol bij verslaving en bij wie?
2. Automatisch processen: onbewuste neiging, vooral bij mensen met zwakke zelfregulerende processen.
Voor veel genetische factoren geldt dat hun effecten afhangen van de omgevingsfactoren en in sommige gevallen ook van hun 'timing'.
Leg uit
Wat is het verband tussen zelfregulatie en bewuste en automatische gedachten
Waar gaat het om bij de externaliserende route, rond welke leeftijd speelt dit een rol?
Deel van genetische kwetsbaarheid verloopt via persoonlijkheid. Er zijn twee routes die beide andere cognities en omstandigheden van gebruik kennen. Welke in Externaliserend en internaliserend?
Intern: ontstaat op latere leeftijd. Angst en negatieve gevoelens zorgt voor terughoudendheid met beginnen, maar zodra ze begonnen zijn kan het escaleren en kom je in een cirkel van negatieve bekrachtiging
Waar gaat het om bij de internaliserende route, rond welke leeftijd speelt dit een rol?
De routes (externaliserend en internaliserend) wanneer zijn deze goed te onderscheiden en wanneer zijn deze niet te onder scheiden?
Als iemand verslavingsproblmatiek heeft ontwikkeld, ervaart iedereen negatieve gevoelens
Wat voor effect heeft een zwakke of sterke zelfregulatie
Sterke zelfregulatie: bewuste overtuigingen hebben effect
--> dit heeft effect op de behandeling
Verwachte effecten en gerelateerde motieven voor gebruik ontstaan vooral door operante leerprocessen. Leg uit.
Interventies die hierop gericht zijn om verwachting te ontkrachten zijn niet effectief op lange termijn.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
