Culturele verschillen - Culturele invloeden
22 belangrijke vragen over Culturele verschillen - Culturele invloeden
De betekenis van een opgave in een intelligentietest hangt af van de ... Daarom kunnen opgaven die binnen de ene cultuur valide zijn, binnen een andere invalide zijn. Noem een vb.
cultuur
Bv. Aboriginals kunnen sporen (menselijke voetafdrukken) lezen, dat geldt niet voor Europeanen.
Bv. Aboriginals kunnen sporen (menselijke voetafdrukken) lezen, dat geldt niet voor Europeanen.
Op welke manier kan intelligentie tussen culturen onderling worden vergeleken?
Als contextspecifieke items geëlimineerd worden en gelijke correlatieve structuren binnen de populatie al criterium voor vergelijkbaarheid gelden
Er zijn drie posities ten aanzien van de culturele relativiteit van het intelligentieconstruct (vergelijking tussen culturen kent drie dimensies), welke?
- radicaal relativisme, mogelijk zijn alleen cultuurspecifieke tests, vergelijkingen zijn niet mogelijk.
- contextualisme, mogelijk zijn vergelijkingen in gecontextualiseerde tests.
- universalisme, mogelijk zijn vergelijkingen in universele tests.
- contextualisme, mogelijk zijn vergelijkingen in gecontextualiseerde tests.
- universalisme, mogelijk zijn vergelijkingen in universele tests.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom zijn opgaven in een IQ test cultuurgebonden?
Wat voor de ene cultuur als valide beoordeeld kan worden is voor de
andere cultuur invalide. Cognitieve capaciteiten van de ene cultuur
kunnen sterk getraind zijn in bv het opsporen van voetsporen en de
andere in het bedenken van vraagstukken. Voor elke cultuur liggen
de capaciteiten anders.
Wat werd bij factoranalystisch onderzoek vastgesteld naar de intelligentiesstructuur in populaties die in cultuur verschilden?
- In verschillende culturen correleerden subtest op een vergelijkbare manier dwz dat er een overkoepelende g-factor voor algemene intelligentie is.
- Speciale intelligentiefactoren hadden 6 intelligentiedimensies.
Conclusie, de volgende 6 dimensies zijn cultureel universele intelligentiedimensies:
1. logisch denken
2. verbale capaciteiten
3. ruimtelijk waarnemingsvermogen
4. numerieke capaciteiten
5. geheugencapaciteiten
6. snelheid
- Speciale intelligentiefactoren hadden 6 intelligentiedimensies.
Conclusie, de volgende 6 dimensies zijn cultureel universele intelligentiedimensies:
1. logisch denken
2. verbale capaciteiten
3. ruimtelijk waarnemingsvermogen
4. numerieke capaciteiten
5. geheugencapaciteiten
6. snelheid
Ook grote culturele verschillen in competenties kunnen uitsluitend berusten op een verschil in ... in de betreffende prestaties.
training
Er zijn twee problemen die directe vergelijkingen van testprestaties tussen populaties bemoeilijkt, welke?
- sterk getrainde cognitieve capaciteiten die sterk getraind zijn onder bepaalde culturele omstandigheden.
- niet gelijkelijk geoefende mensen bij het afnemen van dergelijke tests.
- niet gelijkelijk geoefende mensen bij het afnemen van dergelijke tests.
Wat benadrukt het zelfconcept volgens Markus en Kitamaya (1991)?
In individualistische culturen spreekt men van een onafhankelijk zelfconcept (independent self): benadrukken van individualiteit, onafhankelijk van de sociale omgeving.
In collectivistische culturen van een onderling afhankelijk (interdependent self): benadrukken van de inbedding in de sociale groep.
In collectivistische culturen van een onderling afhankelijk (interdependent self): benadrukken van de inbedding in de sociale groep.
Populaties met weinig testervaring en weinig scholing naar westers model profiteren minder/sterker van herhaling van de intelligentietest dan populaties die veel testervaring hebben en langer geschoold zijn naar westers model.
sterker
Een criterium dat vaak wordt gebruikt voor de vergelijkbaarheid van culturen in persoonlijkheidsdomeinen is de ... van deze domeinen.
correlatieve structuur
Bij factoranalytisch onderzoek naar de intelligentiestructuur in populaties die cultureel verschillen werden twee punten vastgesteld, welke?
1. De subtests correleerden onderling positief, waardoor er een overkoepelende g-factor was die voor algemene intelligentie stond.
2. De speciale intelligentiefactoren hadden slechts zes dimensies.
2. De speciale intelligentiefactoren hadden slechts zes dimensies.
Beschrijf het onderling afhankelijk zelfconcept:
Dit behelst het benadrukken van de inbedding in de sociale groep. De cultuur is collectivistisch. De structuur is rekbaar en variabel. De kenmerken worden openbaar omschreven (status, rol, relatie). Doelen zijn: voeg je naar de rest, gedraag je conform de norm, stimuleer de belangen van je groep en verplaats je in andermans positie. De rol van anderen is zelfdefinitie door relatie met anderen.
Op het niveau van afzonderlijke items zijn er tussen populaties echter aanzienlijke afwijkingen in de correlatieve structuur. Dat wil zeggen dat ...
afzonderlijke items vaak heel sterk van de cultuur afhangen.
De gelijkenis in correlatieve intelligentiestructuur bestaat echter alleen op het niveau van intelligentiefactoren of intelligentiesubtests. Op het niveau van afzonderlijke items kan er tussen populaties sprake zijn van aanzienlijke afwijkingen in de ...
correlatieve structuur.
Volgens één opvatting zijn er ook intelligentietests die volstrekt onafhankelijk van de culturele context worden geïnterpreteerd, omdat met de opgaven kennisonafhankelijke parameters worden vastgelegd. Noem een vb.
snelheid van informatieverwerking
Wanneer kunnen verschillen tussen verschillende culturen met elkaar worden vergeleken?
Wanneer er rekening wordt gehouden met culturele invloeden op verschillen in persoonlijkheid.
Hofstede (1980) deed onderzoek naar dimensies van werkgerelateerde attitudes. Op welke vier variërende factoren kwam hij uit?
1. individualisme (onafhankelijkheid van sociale referentiegroepen zoals familie of bedrijf versus afhankelijkheid)
2. machtsafstand (acceptatie van grote machtsverschillen versus egalitaire attitude)
3. onzekerheidsvermijding (angst/gebrek aan angst voor niet-gestructureerde situaties)
4. masculiniteit (benadrukking van een traditionele mannelijke sekserol versus egalitaire (gelijkheid nastrevende) attitude).
2. machtsafstand (acceptatie van grote machtsverschillen versus egalitaire attitude)
3. onzekerheidsvermijding (angst/gebrek aan angst voor niet-gestructureerde situaties)
4. masculiniteit (benadrukking van een traditionele mannelijke sekserol versus egalitaire (gelijkheid nastrevende) attitude).
Na het onderzoek van Hofstede naar dimensies van werkgerelateerde attitudes bleek later dat individualisme met de tegenpool collectivisme een centraal punt zijn ook bij niet-werkgerelateerde vragen. Collectivistische culturen kenmerken zich door sterkere oriëntatie naar een ..., individualistische culturen door ...
'in-group'
individuele oriëntatie
individuele oriëntatie
Collectivisten zijn vaak alleen hulpvaardig richting hun eigen ...
'in-group'.
Individualistisch en collectivistische culturen verschillen ook in de culturele waardering van ... Noem een vb.
persoonlijkheidstrekken.
Vergelijkend onderzoek naar de beoordeling van gevoeligheid in Canada en China.
Vergelijkend onderzoek naar de beoordeling van gevoeligheid in Canada en China.
De inzichten uit het interculturele persoonlijkheidsonderzoek zijn praktisch te benutten voor interculturele ...
trainingen.
Interculturele trainingen zijn van groeiend belang als werkveld voor ...
psychologen.
Probeer onze studie magie gratis!
een PDF bestand en leer hem super snel
- Geen aanmelding, e-mail of creditcard nodig!
- AI maakt onbeperkte flashcards
- AI maakt oefen toetsen van de stof
- Stel vragen aan AI
Maak een notitieblok aan
- Geen aanmelding, e-mail of creditcard nodig!
- Heb en houd perfect overzicht
- Maak Maak flashcards, notities en mindmaps
- Oefen, test jezelf en scoor beter!
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.