Probeer onze studie magie gratis!

Samenvatting: Woorden | An

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
een PDF bestand en leer hem super snel
  • Geen aanmelding, e-mail of creditcard nodig!
  • AI maakt onbeperkte flashcards
  • AI maakt oefen toetsen van de stof
  • Stel vragen aan AI
Maak een notitieblok aan
  • Geen aanmelding, e-mail of creditcard nodig!
  • Heb en houd perfect overzicht
  • Maak Maak flashcards, notities en mindmaps
  • Oefen, test jezelf en scoor beter!

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Woorden | An

  • 21 050614

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat hebben NSAIDS te maken met de nierfunctie?

    Prostaglandinesynthetaseremmer.
    Prostaglandines zorgen normaliter voor vasodilatatie van de afferente arteriole -> NSAID: minder nierdoorbloeding --> RAAS systeem activeren -> hypertensie


  • Wat is het probleem bij de combinatie van NSAID en aids?

    NSAID: constrictie afferente arteriole , filtratiedruk daalt. Normaliter compensatiemechanisme door constrictie efferente arteriole. 

    ACE remmer: vasodilatie efferente arteriole (Angiotensine II antagonist)

    Filtratiedruk dalen tot te lage waarden -> nierinsufficientie

    GEEN NSAID BIJ nierfunctiestoornissen!

  • Waar bestaat de bloedhersenbarriere uit? (BHB)

    - astrocyten
    - tight junctions tussen endotheelcellen

  • Wat is een isovorm van een enzym?

    een andere vorm van een enzym; zelfde reactie katalyseren (anders een anders enzym) maar wel onderscheiden van vorm

  • Wat is pleiocytose in het liquor?

    bij pleiocytose is er een verhoogd celgetal in liquor (> 5x10
    6/l, overeenkomend met 
    15/3 cellen), meestal lymfocytair 

  • 25 051514

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 25
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat was het eerste antibioticum dat effectief was tegen mycobacterien?

    Streptomycine
  • Wat is inotropie? welke 2 soorten worden onderscheiden

    Contractiekracht van een spier -> hoe groter de calciumbeschikbaarheid in de cel = hoe groter de contractiekracht van de spier

    Positieve inotropie: grote contractiekracht
    Negatieve inotropie: lagere contractiekracht 
  • Noem positieve en negatieve inotropen

    Positieve intropen:
    - hyponatriemie
    - B1 receptor
    - alkalose (verhoogt gevoeligheid voor calcium)
    - calciumagonisten (bijvoorbeeld isoproterenol)

    Negatief inotropen:
    - hypernatriemie
    - acetylcholine
    - acidose
    - calciumantagonisten (bijvoorbeeld verapamil)
  • Wat is een sanatoria voor tuberculose?

    herstellingsoord voor chronisch zieke patienten
  • Waarom zie je vaak geen infiltraat bij patienten met een luchtweginfectie bij neutropenie?

    Ze hebbne onvoldoende granulocyten om een infiltraat op de thoraxfoto te ontwikkelen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Woorden